(artikel 21 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering , Rechtbank Rotterdam 25-01-2023 ECLI:NL:RBROT:2023:846)

In het Nederlands procesrecht geldt een forfaitair systeem voor veroordeling in de proceskosten. De in het ongelijk gestelde partij wordt meestal in de proceskosten veroordeeld, volgens een puntensysteem. De toegekende kosten zijn bijna in alle gevallen veel lager dan de werkelijke kosten voor rechtsbijstand.

Hierop is een uitzondering mogelijk als iemand een vordering instelt die op onjuiste informatie is gebaseerd. Deze zaak ging over een koper van onroerend goed die van de verkoper schade claimde omdat in de verkoopbrochure een groter aantal vierkante meters was aangegeven dan het werkelijk aantal meters.

Tijdens de procedure kwam vast te staan dat de koper, ook door een in zijn opdracht opgesteld taxatierapport, wist dat de brochure niet klopte. In de dagvaarding stelde koper dat hij van niets wist en mede op basis van de onjuiste brochure tot koop was overgegaan.

De vordering was dus gebaseerd op feiten waarvan de onjuistheid bij de koper bekend was. Dit leidde ertoe dat hij werd veroordeeld de werkelijk gemaakte advocaatkosten (ca 8.000 Euro) te betalen.

Het is dus niet toegestaan om onwaarheden naar voren te brengen tijdens een procedure. Dat geldt ook voor een advocaat. De laatste jaren worden daar in de rechtspraak consequenties aan verbonden.

Neem voor vragen en/of advies contact op met mr M.C. Jonkman, 0625000951, jonkman@jadvocaten.nl

Tags:

Comments are closed

%d bloggers liken dit: