Rechtbank Noord-Holland, 29-09-2022

De gemeente Enkhuizen wilde een informatietent van Europarcs weg. Er was sprake van een bouwwerk in strijd met het bestemmingsplan zonder omgevingsvergunning, aldus de gemeente.

De rechtbank oordeelde dat een tent die 31 dagen blijft staan geen bouwwerk is, en vernietigde het handhavingsbesluit. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat de tent aanvankelijk langer zou blijven staan, maar Europarcs had zich bedacht.

De rechtbank ging daarbij uitgebreid in op wanneer een tent als bouwwerk kan worden beschouwd en wanneer niet.

Uit de Nota van Toelichting op het Besluit omgevingsrecht (Bor)10 volgt bovendien:

“Over de vraag wat onder een bouwwerk moet worden verstaan, heeft zich een uitgebreide jurisprudentie ontwikkeld. Daarbij gaat het samengevat om alle met de grond verbonden constructies van enige omvang met een plaatsgebonden karakter. Dit laatste criterium is relevant voor de plaatsing van caravans en andere mobiele of eenvoudig verwijderbare objecten (zoals tenten, tentauto’s, kampeerauto’s). Veelal speelt bij deze objecten de vraag of sprake is van een plaatsgebonden karakter. Alleen bij een langduriger plaatsing zal er pas sprake kunnen zijn van een plaatsgebonden karakter en dient de constructie gezien te worden als een «bouwwerk». Over het antwoord op de vraag hoe lang een object moet staan om als bouwwerk aangemerkt te worden bestaat evenzeer de nodige jurisprudentie. Deze is evenwel in hoge mate casuïstisch en kan niet leiden tot een eenduidig en precies antwoord op die vraag. Naast de termijn van plaatsing van het object is de vraag of sprake is van een bouwwerk mede afhankelijk gesteld van de mate waarin sprake is van (blijvende) planologische gevolgen (zie ABRvS 7 juli 2001, Gst. 7154.7, ABRvS 2 februari 1995, BR 1995, 409). Gezien deze jurisprudentie kan het gedurende 31 dagen geplaatst houden van een tent, niet als bouwen worden aangemerkt. De tenten die voor een periode van drie maanden werden geplaatst voor het lammeren van schapen werden wel als bouwwerk aangemerkt (ABRvS 6 december 2006, 200602330/1, LJN: AZ3744). Een relevant aspect in de betrokken jurisprudentie wordt dus gevormd door de planologische inbreuk die met het geplaatste object wordt gemaakt. Het tijdens de vakantie enkele weken plaatsen van een toercaravan op een camping, in overeenstemming met de geldende planologische regelgeving, zal niet als bouwen aangemerkt hoeven worden. Indien de caravan midden in het bos wordt geplaatst en in strijd met de bestemming gebruikt wordt voor (wild) kamperen ligt dat evenwel anders en kan er al eerder sprake zijn van een bouwwerk. Vastgesteld kan in ieder geval worden dat bij een plaatsing gedurende meer dan drie maanden (plaatsing gedurende een aanmerkelijk deel van een seizoen) sprake is van een bouwwerk.”

In de hierboven genoemde uitspraak van 2 februari 199511 woog de Afdeling onder andere mee dat: “Vast staat voorts dat er geen enkele aanwijzing is dat de tribunes langer dan de genoemde tijd op de in geding zijnde locatie aanwezig zullen zijn, dan wel dat de kortstondige aanwezigheid van de tribunes een blijvende planologische inbreuk op het desbetreffende gebied teweegbrengt.”

Vragen? Neem contact op met mr M.C. Jonkman, 0625000951, jonkman@jadvocaten.nl

Comments are closed

%d bloggers liken dit: